De Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor. Enkele reacties.

Op 26/11/2013 verscheen de eerste editie van de Vlaamse Migratie- en integratiemonitor.
Het wordt een tweejaarlijks rapport dat statistische gegevens over migratie- en integratieprocessen van vreemdelingen en personen van vreemde herkomst in Vlaanderen bundelt en duidt, binnen een Belgisch en Europees kader.

Het rapport is een gezamenlijk project van het Onderzoeksinstituut Arbeid en Samenleving (HIVA), de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) en het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB), gerealiseerd in het kader van het Steunpunt Inburgering en Integratie (SIenI).
De studie bevestigde nogmaals dat "Er een duidelijk verschil bestaat tussen de werkzaamheidsgraad van personen van Belgische herkomst en de personen van vreemde herkomst. Bij de personen van Belgische herkomst ligt de werkzaamheidsgraad het hoogst (75% in 2012). Op behoorlijke afstand volgen de personen afkomstig van de Zuid-EU-landen en Oost-EU-landen (respectievelijk 61% en 60%). De werkzaamheidsgraad van de personen afkomstig van buiten de EU ligt telkens onder de 50%."
Wat echter vooral in de media kwam was het gegeven dat 44% van de Vlamingen vindt dat moslims een bedreiging zijn voor onze cultuur, 51% heeft nooit contact met personen van vreemde herkomst in zijn of haar buurt, 47% gelooft dat migranten komen profiteren van de sociale zekerheid, 45% wil alleen mensen van Belgische herkomst in de wijk. 

 

 
Eric Corijn, professor-emeritus VUB en nu vooral bezig rond 'stedelijkheid', was niet verwonderd. (http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1748447/2013/11/28/Neen-anders-zijn-is-niks-voor-Vlaanderen.dhtml)
Hij zoekt naar de kenmerken van een samen-leving. En ziet in onze media en politiek een overheersende opvatting over het samenleven die uitgaat van gemeenschappelijkheid van taal, cultuur, traditie, gewoonten. In een dergelijke ideeënwereld is de vreemdeling problematisch. Volgens hem kan in een superdiverse samenleving het onderscheid en het mogelijke conflict enkel opgelost worden in een gedeelde wettelijkheid. 
 

 

 
Jef Verschueren, hoogleraar UA departement taalkunde, nam de tijd om één en ander door te nemen en kwam eind december met zijn opinie (http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/12/20/de-tolerantiedrempel-heruitgevonden). In zijn artikel grijpt hij onder meer terug op een begrip dat 20 jaar geleden gehanteerd werd: de tolerantiedrempel. Toen werd het gebrek aan verdraagzaamheid beschouwd als gevolg van een overdosis vreemdheid. Hoe komt het dat nu 40 procent Vlamingen akkoord gaan met de stelling "Moslims zijn een bedreiging voor onze cultuur en gebruiken" tegenover 28% in 1998?
Volgens hem verspreiden opinies zich niet vanzelf. "Er zijn wel degelijk ‘opiniemakers’. De katalysator was 9/11. Maar de verantwoordelijkheid ligt bij iedereen die de aanslagen op de WTC-torens in New York niet wenst te zien als een gruwelijke misdaad van een goed georganiseerde bende fanatiekelingen, maar eerder als een islamitische aanslag op de democratie en de westerse waarden." Het wantrouwen van de Vlamingen wordt gevoed door het overheersend discours dat migranten negatief portretteert en niet wil zien dat migranten al lang geen migranten meer zijn maar medeburgers die hier zijn opgegroeid. Als uitsmijter geeft hij mee: "Dat publieke discours bepaalt en wordt bepaald door een politiek die geen vertrouwen heeft in natuurlijke maatschappelijke processen en daarom zwaait met een inburgeringsplicht. Een politiek ook die zwijgt als vermoord wanneer onprettige waarheden worden geëtaleerd, zoals in genoemd racismedossier (De Standaard), ondanks (of net omwille van?) expliciete oproepen vanwege Chika Unigwe (De Standaard, 2/3 november 2013), Dyab Abou Jahjah (4 november), Naima Charkaoui (5 november). Wellicht zijn de namen te vreemd. De drempel is dus te hoog."
 

 

Johan Leman, voorzitter van Foyer vzw en ex-directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding) stelt zich de vraag "Heeft het beleid dan gefaald? Waar had het anders en beter gemoeten?" ( http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/1.1787706).
Zijn antwoord is tweeledig: "Wie gelooft dat beleid een paradijs kan creëren, vergist zich. Een paradijs beloven is geen probleem. Het realiseren is een onmogelijkheid. In de mate dat het beleid in het verleden er vooral voor geopteerd heeft om de positie van migranten te verstevigen (wat zoals uit de geschiedenis van traditionele migratielanden blijkt, de enig juiste optie is), is het beleid op meerdere vlakken geslaagd (bv nationaliteitsverwerving, politieke participatie), maar heeft het op één belangrijk punt gefaald, namelijk de evenredige tewerkstelling."
Voor de nabije toekomst ziet hij een gevaarlijke ontwikkeling: "de overaccentuering die er in de beeldvorming gekomen is van het “nog niet voldoende aangepast zijn van migranten”. Dit wordt voortdurend bij de bevolking ingelepeld… Er mankeert iets aan hun Nederlands, er mankeert iets aan hun oriëntatie op het werk, er is iets met hun huistaal die ze maar niet willen opgeven… Enfin, gelukkig is er hier en daar nog wel iemand die een aardig potje kan voetballen, anders zouden er, als we beleidsmensen en opiniemakers moeten geloven, vooral mankementen te zien zijn."
 

 

Fouad Gandoul is politoloog en werkt bij het ACV. Hij hoopt dat velen het rapport zullen lezen en inzien dat een kordater beleid noodzakelijk is. Hij verwijst naar het advies van de SERV (Sociaal Economische Raad van Vlaanderen) dat in 2008 pleitte voor  ‘een doorgedreven beleid om de positie van hooggeschoolde allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt te verbeteren’. Reeds toen lag de werkloosheidsgraad bij hooggeschoolde allochtonen (21%) lag zeven maal hoger dan bij etnische Belgen (3%). ‘Een verkwisting van maatschappelijk kapitaal’ aldus de SERV. Hij stelt dan ook terecht: "Het is met andere woorden geen exclusieve zaak van opleidingsniveau. Een probleem dat we overigens zeker niet ontkennen. We hopen dat de volgende minister van onderwijs veel meer animo kan teweegbrengen in het onderwijslandschap om uitsluitingsmechanismen effectief aan te pakken. Anno 2013 is de negatieve verhouding onder gelijkgeschoolden op de arbeidsmarkt nog steeds dezelfde en is de verhouding onder laag- en middengeschoolden verergerd, mede dankzij de economische crisis. De toenemende ongekwalificeerde uitstroom van allochtone jongeren voorspelt alleen maar hogere werkloosheidscijfers, toenemende armoede, uitingen van ongewenst sociaal gedrag en radicalisering."
Zijn concept van een nieuwe "WIJ" trekt hij door in zijn conclusie: "Sociale innovatie en vooruitgang is geen exclusieve zaak van de overheid noch van de werkgevers. Vooruitgang boek je wanneer iedereen aan dezelfde koord trekt. Engagement is daar het sleutelwoord. Niets komt vanzelf! Mijn advies aan de allochtone jongeren voor het jaar 2014: Indignez-vous! Get organised!"

 

 
Ludo Segers