Witte verlossers en wit verleden.
Ik wil jullie meenemen op een reis naar waarom ik dekolonisatie zo belangrijk vind. Deze reis is tevens een eerbetoon aan iedereen hier aanwezig en niet aanwezig die zich dag in dag uit inzet voor de dekolonisatie campagne van Hand in Hand e.a. Ik waardeer jullie en besef maar heel te goed het belang van bondgenootschap.
Zoals aangekondigd, zou ik het over "witte verlossers en wit verleden" hebben. Ik heb ervoor gekozen om anders aan de slag te gaan. Ik ga het hebben over drie zaken die hieraan ten grond liggen en die verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de witte verlossers.
- De beschrijving van Afrikanen of zwarte mensen en/of inheemse bevolking
- Onderzoeksmethodologie naar de inheemse bevolking en de foute erfenis van de westerse kennis
- De witte verlossers in het heden
Maar ik begin eerst met een paar korte verhalen van mijn kindertijd over dekerk, muzungu’s & films/series.
Toen ik opgroeide in Nakuru, een kleine kosmopolitische en toeristische stad in Kenia, zag ik regelmatig muzungus passeren … in hun safari auto’s maar vaak ook te voet met hun rugzak. Muzungu is Swahili voor een witte mens, zonder negatieve connotatie. Vaak was het scenario hetzelfde. De Muzungu passeerde, we begonnen “ Muzungu, muzungu, …” te chanteren en hem/haar achterna lopen! Ik weet niet hoe het komt maar ze hadden quasi altijd peremende bij. Peremende is snoep in Swahili. Ze stopten en deelden de peremende. Dit klinkt nu zo fout maar het voelde heerlijk. Wij hadden peremende van de muzungu gekregen!!
Ik was nog een klein kind maar toen al vond ik muzungu’s, de witte mens, superieur. Terugkijkend stel ik mij de vraag, hoe komt dat? Hoe komt het dat ik en mijn vrienden vonden dat witte mensen superieur waren? We waren nog kinderen, niemand had ons gezegd dat witte mensen superieur waren. Toch dachten, geloofden en voelden wij het zo.
Waren het de films met de witte helden die wij op tv zagen? De boeken die we lazen? Pas op, ik ben opgegroeid in een nest waar Luo (mijn moedertaal), Swahili en Lingala (mijn vader was een grote fan van Kongolese muziek, dat ben ik ook nog altijd!) gesproken werd en muziek gespeeld werd. Mijn ouders deden hun uiterste best om ons kennis te laten maken en affiniteit te hebben met onze cultuur. Ik ben wel een stadsjongen maar ik ben in mijn element in ons dorp. Ik spreek perfect onze taal, ik ken onze cultuur en tradities, ik weet hoe te zorgen voor ons vee, … Toch dacht ik en veel van mijn vrienden dat alles wat westers is, beter of superieur was. Hoe kwam het? Pas jaren later begon ik hier actief naar een antwoord te zoeken? Ik nam vrede met antwoorden zoals dat het wel aan de tv zou liggen en aan de witte, westerse films en programma’s waar de witte blanke man met blonde blauw ogen altijd de held was. The amazing spider man, Captain America, The incredible Hulk, Chuck Norris, Sylvester Stallone als Rambo, … noem maar op. Maar religie stond boven in mijn antwoordenlijst. Ik ben strikt katholiek opgevoed. Zo zijn mijn ouders ook opgevoed. Van kleins af ging ik strikt elke zondag naar de Sunday-school. Alle leesmateriaal stond vol met prints, kinderen houden van veel beelden en korte verhalen. Iedereen, maar echt iedereen die afgebeeld was in de prints was wit! Witte Jezus, alle profeten, alle apostelen en alle andere personages waren wit. Alle beelden die in de grote kerk hingen… waren van witte mensen.
Ik kom hier later terug op.
Voor ik verder ga stel ik jullie en mezelf 2 vragen op: Denk daar over na, ik hoop op een antwoord op het einde.
- Waarom is het zo moeilijk om zaken die Afrikanen of zwarte mensen en hun bondgenoten als problematisch of kwetsend ervaren te bespreken? bv. Zwarte Piet, Koning Leopold II, Lumumba Straat, Racisme en discriminatie, herstelbetalingen, ???
- Hoe komt het dat het andersom vaak heel vlot gaat? Wanneer witte mensen bepaalde zaken aankaarten dan worden die met begrip ontvangen.
Ik citeer de definitie van een "witte verlosser" van Anousha Nzume in haar boek Hallo witte mensen:“het is een wit, westers persoon die mensen in “ontwikkelingslanden” ver weg of in “achtergestelde” wijken in de eigen stad wil helpen zonder zich enigszins bewust te zijn van het eigen witte privilege, van mondiale machtsstructuren, zijn/haar bijdrage daaraan of van de cultuur en situatie van de “zielige” mensen die ze uit de goedheid van zijn/haar witte, westerse hart proberen te redden”.
Een mens die handelt om niet witte mensen te “helpen” of “redden”. Ik vraag mij af wie wie helpt?
- De witte mens die de kans krijgt of “aangeboden” wordt voor zijn eigen zelfbediening?
Of
- De niet-witte mens die zogezegd hulp krijgt van de witte mens?
Beschrijving van Afrikanen en andere inheemse volkeren
John Locke was naast een gerenommeerd academicus en filosoof ook een kapitein van drie schepen. In 1561 zeilt hij naar West Afrika, meer bepaald naar Guinea. Hij houdt een dagboek waar hij oa. de inheemse bevolking beschrijft. Zijn beschrijving:
- They are beasts without houses ( ze zijn beesten zonder huizen)
- They are people without heads – (ze zijn mensen zonder hoofden)
- They have their mouths and eyes in their breasts – (ze hebben hun monden en ogen in hun borstka)s.
Op 10 februari 1899 schreef Rudyard Kipling het bekende gedicht “The white man’s burden: the United States and the Phillipine Islands”. In zijn gedicht houdt Kipling een gepassioneerd pleidooi naar de VS om haar verantwoordelijkheid op te nemen en de Filipijnen te koloniseren, “embark on an enterprise of empire”. Hij refereert naar de Filipijnen als een empire, een rijk. En dat rijk als een onderneming én een nobele zaak. De imperialisten begrepen dat als een rechtvaardiging van het kolonialisme als een nobele beschavingsonderneming. Dit gedachtengoed of overtuiging was gebaseerd op het geloof dat de westerse beschaving en haar cultuur superieur was en dat industrialisatie de enige manier was om beschaving te brengen naar de derde wereld.
Het was deze interpretatie van de imperialisten die de kolonisatie normaliseerde. Namelijk dat de witte man de morele plicht heeft om te heersen over de niet-witte mensen in deze wereld. In zijn gedicht betoogt Kipling dat de kolonisatie de morele last is van het witte ras. Een last die de witte man moet draggen. Een last om de barbaarse en brutale delen van de wereld te beschaven.
Rudyard Kipling beschreef de inheemse bevolking oa. als volgt:
- Wild en dus barbaars – moet dus hard aangepakt mogen worden
- Duivels – moest dus gedoopt, gezuiverd, beschaafd, … worden
- Kind – die nooit zou groeien. Ze zijn dus niet klaar om voor zichzelf te zorgen en hebben een volwassen hand nodig om voor hen te zorgen.
- Lui, dom en niet serieus – we moeten hen dus desnoods onderwerpen aan dwangarbeid .
- Ondankbaar – ze zullen de witte mensen haten en hen de schuld geven. (Lijkt me logisch als je een volk koloniseert en onderwerpt aan onmenselijke condities).
Deze retoriek of manier van beschrijven van de inheemse bevolking werd gehanteerd om al op voorhand de noodzaak voor een harde aanpak, desnoods doden, duidelijk en verantwoord te maken. Een harde aanpak zou nodig zijn om de inheemse bevolking te kunnen temmen. Gebruik van geweld werd dus op voorhand gelegitimeerd en gerechtvaardigd. Het draagvlak voor de kolonisatie werd hierdoor vergroot en de weerstand geminimaliseerd.
Maar er was wel weerstand, zie het volgende voorbeeld.
Op 07/02/1899, 3 dagen voor de publicatie van het gedicht van Rudyard Kipling in de NY Times, betoogde Benjamin Tillman in de senaat tegen de goedkeuring van het Verdrag van Parijs. Ter duiding: Het Verdrag van Parijs (1888) was een overeenkomst waarbij Spanje haar kolonies – Cuba, Puerto Rico, Guam en de Filipijnen - opgaf aan de VS in ruil voor de stopzetting van de Spaans-Amerikaanse oorlog en een compensatie van €20 miljoen.
Zijn vraag was: “Waarom zijn we zo vast beraden om hen een beschaving op te leggen, een beschaving die volgens hen (de Filipijnen) degradatie en verlies van hun waardigheid betekent. Iets dat erger is dan de dood zelf?”
4 dagen later, na het verschijnen van de gedicht van Kipling in de NY Times, keurde het congres het Verdrag van Parijs goed. De Filipijnen werden officieel een kolonie van de VS.
Onderzoeksmethodologie naar inheemse bevolking
In haar boek uit 1999 “Decolonising research methodologies: research & indigenous people” kaartte Linda Tuhiwi Smith 3 dingen aan:
- Wat een witte niet-inheemse onderzoeker bewust van moet zijn in zijn/haar onderzoek naar een inheemse bevolking?
- Hoe witte onderzoekers moeten omgaan met een inheemse bevolking?
- En de fundamentele vraag is of witte mensen wel geschikt zijn om onderzoek te doen naar een inheemse bevolking? Gezien de geschiedenis en de eurocentrische en paternalistische kijk van het westen naar de derde wereld en inheemse bevolking is dit wel een terechte vraag vind ik. Een duidelijk etnocentrische benadering.
Een foute voorstelling van zaken in de westerse kenniserfenis
De manier waarop onderzoek wordt gedaan, de methodologie, de rapportering & het onderwijzen daarvan heeft gezorgd voor, naar mijn mening, een foute erfenis van de westerse kennis.
Dat verklaart hoe deze foute kenniserfenis nog steeds kennisinstellingen blijft beïnvloeden en bijdraagt tot de exclusie van de inheemse bevolking. Het is dusvan groot belang om de westerse kenniserfenis en hoe die wordt onderwezen te dekoloniseren!
Ter illustratie: in haar boek “Hallo witte mensen” beschrijft Anousha Nzume een episode waar haar dochter vanuit school meer aan cultuur moet doen. Ze moest namelijk een aantal musea hebben bezocht. Ze kiezen om naar het Mauritsmuseum in Den Haag, de stad van rechtvaardigheid, te gaan. Op de trein vraagt ze haar 13 jarige dochter om even het Mauritshuis te googelen. Dr. Google liet alle geheimen zien van Johan Maurits van Nassau-Siegen aka De Brazilliaan. Hij hoorde bij de West-Indische compagnie. Op de website van het Mauritshuis was de eigenaar “een graaf met een enorm veel gevoel voor public relations, een uitmuntende smaak en daarnaast een van de eersten die, heel vindingrijk, Holland bij de trans-atlantische slavenhandel betrok. Hij introduceerde de driehoekshandel tussen Holland, Brazilië en West Afrika. Met dit werk financierde hij de bouw van het Mauritshuis”. Punt! Verder geen duiding, geen context of een analyse. In het museum staat een standbeeld van graaf Maurits zelf. Geen verdere duiding van wat hij echt gedaan heeft. (Noot redactie Hand in Hand: ondertussen is dit wel aangepast en komt er een studie over de rol van Maurits in de slavenhandel).
In het museum staat een schilderij van twee schildpadden met de titel: Studie van twee Braziliaanse schildpadden”. Bij de beschrijving van het schilderij ter duiding staat het volgende: “…hoe fijn het was dat mensen thuis (in Nederland)werden blootgesteld aan allerlei exotische verschijnselen zoals de schildpadden en allerlei spannende dingen zoals ananas”. Ik denk persoonlijk niet dat slavenhandel spannend was, toch niet op die manier?!
Nergens in het museum wordt vermeld over de rol van de eigenaar in het kolonialisme of de handel in slaaf gemaakte mensen. Wel wordt het vermeld hoe het 6 jarige bestuur van Mauritus van Nassau-Siegen een bijzonder periode was voor Brazilië want hij liet onderzoek doen, zette kunstenaars aan het werk, bouwde paleizen en creëerde een tolerante samenleving”.
Nu, dit is een kennisinstelling die een slavenhandelaar romantiseert en tot een heldenstatus hijst. Komt dit herkenbaar voor? Klinkt dit bekend? In België is het juist hetzelfde met Koning Leopold II. De overgrote meerderheid van kennisinstellingen verzwijgen de waarheid of vertellen halve waarheden en romantiseren de daden van de barbaarse daders. Ironisch toch dat de inheemse bevolking als wild en barbaars worden afgebeeld terwijl het juist de westerse imperialisten en kolonisten de daders waren.
Geschiedenis is nooit neutraal en wordt deels geschreven door de winnaars. In het Westen wordt bvb in onderwijs en media veel aandacht besteed aan de twee wereldoorlogen en aan de holocaust, maar verhoudingsgewijs bijzonder weinig aan de drie eeuwen durende kolonisatie en slavenhandel. Over de 10 miljoen doden in Congo alleen wordt nauwelijks iets gezegd. Veel hangt af van de goodwill van de leraar. De feiten zijn zogenaamd van lang geleden en worden geminimaliseerd. Of zoals Gloria Wekker het stelt, het geloof in eigen onschuld is zo enorm dat alle andere info niet wordt gehoord.
Onlangs in het nieuws ging het bvb over de “Rijpe negerin” Een fruitsalade, twee bolletjes vanille, chocolademousse en dan advocaat voor €9! Het argument van de eigenares was “We zijn in 2018, we hebben een exotisch ijsje. Een lekker ijsje mag een exotische naam hebben. Ik had eerder aan het exotische gedacht dan iemand te beledigen. Dat was echt niet de bedoeling” .
Witte verlossers in het heden?
De manier waarop zwarte mensen worden afgebeeld en de manier waarop kennis wordt doorgegeven door de kennisinstellingen houdt de witte verlosser in stand. In het verleden door bv. de missionarissen (in mijn mening hebben de missionarissen de weg vrijgemaakt voor verdere kolonisatie). Religie, vooral christendom meer specifiek katholicisme, fungeerde als een ondersteunend systeem voor kolonisatie.
Wie is de hedendaagse witte verlosser? Het is bvb een wit westers persoon die mensen wil helpen in ontwikkelingslanden of in achtergestelde wijken zonder besef van heel het bovenstaande , zonder het wit privilege te beseffen.
Wie helpt wie eigenlijk?
Bvb een fenomeen als het "voluntourisme" - vrijwilligerstoerisme in het Zuiden.
Wie helpt wie, is het niet het eigen leven nieuwe betekenis geven? Met mooie foto's op social media?
Ook grote ngo's leveren vaak witte verlossers voor de "Afrikaanse problemen". Het is vaak een grote kost om ngo's operationeel te houden , met een goed betaaldetopmanagement.
Westerse overheden bieden al helemaal geen echte hulp, er zit altijd iets achter, zie bvb de koloniale taks die Frankrijk nog steeds krijgt of de megacontracten voor westerse bedrijven/multinationals via handelsmissies. Afrika, het rijkste continent, heeft die "hulp" helemaal niet nodig, de problemen worden er mee door veroorzaakt. Er is een andere aanpak nodig zoals eerlijke handelsverhoudingen.
Ook in het feminisme zijn er witte verlossers die moslimvrouwen van de hoofddoek willen redden zonder hen eerst te consulteren.
Besluit
Door alle bovenstaande processen is het dus bijzonder moeilijk om thema's aan te kaarten die zwarte mensen kwetsen of aanbelangen (Zwarte piet, Lumumbastraat, Leopold II, ...) en andersom is er veel meer begrip als witte mensen dit doen (bvb straatnaam wijzigen van collaborateurs uit de tweede wereldoorlog).
Er is dringend nood aan een dialoog over de gedeelde maar pijnlijke koloniale geschiedenis van België, niet alleen voor de Congolezen maar voor alle mensen met een migratieachtergrond die in België wonen. Het is de enige weg om tot gelijken te komen in wederzijds respect. We zitten nu eenmaal samen in het schip België.
Zakayo Wandoloh
10 maart 2018, ontmoetingsdag Hand in Hand